Berichten

Bij de inning van een meervoudig verpande vordering door de eerste pandhouder, heeft de tweede pandhouder recht op het eventuele overschot. Ook indien de pandgever failliet is. Dit is wettelijk bepaald in artikel 3:253 BW jo. artikel 57 lid 4 Fw jo. 490b Rv. Lees meer

Hoe zat het ook alweer? De onlangs gepubliceerde uitspraak van het Hof te Den Haag van 19 juli 2016 bevestigt nogmaals dat wanneer niet met verzamelpandaktes wordt gewerkt, periodieke registratie van nieuwe pandlijsten noodzakelijk is. In deze blog frissen we de basis van verpanding van toekomstige vorderingen even op.

 

Lees meer

Bij asset based lending wordt het door de bank te verstrekken krediet gebaseerd op de zekerheden op assets van de onderneming. Eén van deze assets is de debiteurenportefeuille van de onderneming: haar uitstaande vorderingen. Hierop kan de bank tot zekerheid voor de terugbetaling van haar krediet een pandrecht vestigen. Lees meer

De wet regelt enkele bevoegdheden van een pandhouder die een pandrecht op een vordering heeft (artikel 3:246 BW). De belangrijkste is dat de pandhouder de vordering mag incasseren.
Lees meer

In geval van levering van een zaak onder eigendomsvoorbehoud, gaat het eigendom pas over wanneer de koopprijs is voldaan. Is het mogelijk om een dergelijke zaak te verpanden, nog vóórdat deze volledig is betaald? Lees meer

De Hoge Raad heeft onlangs het arrest ECLI:NL:HR:2016:665 gewezen. Dit arrest is erg interessant, omdat hierin meerdere belangrijke onderwerpen aan bod komen, zoals het fiscale bodemvoorrecht, de positie daarvan ten opzichte van boedelvorderingen en het pandrecht voor toekomstige vorderingen (die na faillissement ontstaan). Lees meer

Inleiding
In geval van een stil pandrecht op de debiteurenportefeuille van een failliete onderneming, dient de curator de pandhouder gedurende een periode van veertien dagen de gelegenheid te bieden om mededeling van het pandrecht te doen aan de debiteuren (arrest Hamm q.q./ABN Amro, NJ 2010/96). Lees meer

Inleiding
Curatoren zijn steeds inventief in het zoveel mogelijk uitbreiden van het actief in de boedel, vaak ten koste van een pandhouder. Het begon met de reikwijdte van het pandrecht, daarna de ontoelaatbaarheid van de verzamelpandaktes, vervolgens kwamen de verpandingsverboden aan bod en recent bestond nog discussie over de regresrechten uit hoofde van wederzijdse zekerhedenarrangementen. Nu lijkt de “informatieverplichting” van de pandhouder de volgende vondst. Lees meer

Herverpanding
De wet kent een verbod op herverpanding. Dit verbod houdt in dat een pandhouder zelf niet opnieuw mag herverpanden, tenzij deze bevoegdheid hem duidelijk is toegekend. In geval van een pandrecht op een vordering zou herverpanding op het volgende kunnen neerkomen: Lees meer

Wettelijke bevoegdheden
Op grond van art. 3:246 lid 1 BW is de pandhouder – na mededeling van het pandrecht aan de schuldenaar – bevoegd om in en buiten rechte nakoming van een verpande vordering te eisen en betalingen in ontvangst te nemen. Op grond van lid 2 is de pandhouder tevens bevoegd tot opzegging, indien dat noodzakelijk is om een vordering opeisbaar te maken. Lees meer