Berichten

Wederom kwam de Hoge Raad met een arrest in het voordeel van de financieringspraktijk. Lange tijd was onduidelijk of het aanvragen van het faillissement tot de bevoegdheden van de (openbaar) pandhouder behoort.

 

Lees meer

De wet regelt enkele bevoegdheden van een pandhouder die een pandrecht op een vordering heeft (artikel 3:246 BW). De belangrijkste is dat de pandhouder de vordering mag incasseren.
Lees meer

Herverpanding
De wet kent een verbod op herverpanding. Dit verbod houdt in dat een pandhouder zelf niet opnieuw mag herverpanden, tenzij deze bevoegdheid hem duidelijk is toegekend. In geval van een pandrecht op een vordering zou herverpanding op het volgende kunnen neerkomen: Lees meer

Wettelijke bevoegdheden
Op grond van art. 3:246 lid 1 BW is de pandhouder – na mededeling van het pandrecht aan de schuldenaar – bevoegd om in en buiten rechte nakoming van een verpande vordering te eisen en betalingen in ontvangst te nemen. Op grond van lid 2 is de pandhouder tevens bevoegd tot opzegging, indien dat noodzakelijk is om een vordering opeisbaar te maken. Lees meer