Hoge Raad bevestigt: verpanding van een assurantieportefeuille is niet mogelijk
Wat is een assurantieportefeuille en kan er een pandrecht op worden gevestigd? Eerder schreven wij een blog over het oordeel van de Rechtbank Gelderland over verpanding van een assurantieportefeuille. Lees die blog hier terug. Inmiddels is tegen het vonnis van de Rechtbank sprongcassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Het resultaat hiervan wordt in dit artikel besproken.
Het geschil
De zaak ging om een assurantiekantoor dat failliet was gegaan. De curator had de assurantieportefeuille verkocht aan een derde partij. De Bank van het assurantiekantoor meende echter een pandrecht te hebben op de assurantieportefeuille. Het geschil betrof dus de opbrengst van de verkoop.
Wat is een assurantieportefeuille?
De Rechtbank stelde vast dat “tot een assurantieportefeuille de samenwerkingsovereenkomsten behoren die een assurantietussenpersoon heeft gesloten met verzekeraars en de overeenkomsten van opdracht die hij heeft gesloten met zijn cliënten, alsmede de goodwill bestaande in de verwachting dat de cliënten verzekeringsovereenkomsten die zij in de toekomst willen sluiten, via deze assurantietussenpersoon zullen sluiten”. Het gaat dus om een samenstel van overeenkomsten en goodwill. De Hoge Raad gaat hierin mee, nu deze vaststelling door partijen niet bestreden is.
Kan er een pandrecht op worden gevestigd?
De Hoge Raad sluit verder ook aan bij het oordeel van de Rechtbank dat de assurantieportefeuille als geheel geen overdraagbaar goed is. Het is daarom niet mogelijk om er een pandrecht op te vestigen. Het wettelijk stelsel gaat er immers van uit dat slechts individuele zaken of vermogensrechten als goed kunnen worden aangemerkt. Als zodanig kunnen enkel individuele goederen voorwerp zijn van een goederenrechtelijk recht of een goederenrechtelijke rechtshandeling. Nu een assurantieportefeuille een samenstel van overeenkomsten en goodwill betreft, is een assurantieportefeuille niet een individuele zaak of een individueel vermogensrecht en derhalve geen goed in de zin van art. 3:1 BW. Dit leidt ertoe dat een assurantieportefeuille niet vatbaar is voor verpanding. Dat een dergelijke portefeuille in het economische verkeer als een eenheid wordt beschouwd doet hier volgens de Hoge Raad niet aan af.
Conclusie
Het is wrang dat de assurantieportefeuille niet vatbaar is voor overdracht of verpanding, maar deze wél kan worden verkocht. Het oordeel van de Hoge Raad komt de financierbaarheid van de activiteiten van een assurantietussenpersoon niet ten goede, nu een assurantieportefeuille niet als onderpand voor financiering kan dienen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!