Verpanding van vorderingen bij factoring

,

Vorderingen kunnen worden verpand als een vorm van zekerheid in het kader van een financiering. Er zijn echter verschillende vormen van financiering, waardoor ook de verpanding van vorderingen kan verschillen. Dit maakte de Rechtbank Rotterdam kort geleden duidelijk in het vonnis in de zaak Allewelt/Coface.

Welke vorderingen zijn verpand?

In deze zaak ging het om een failliete onderneming die haar vorderingen had verpand aan een factormaatschappij. Het punt van discussie was een vordering van de onderneming uit hoofde van een onverschuldigde betaling. De onderneming had een bedrag betaald aan een derde, terwijl zij dat bedrag niet verschuldigd was. Op grond van de wet ontstaat dan een vordering tot terugbetaling. De factormaatschappij meende dat alle vorderingen van de onderneming waren verpand. De curator stelde zich op het standpunt dat alleen de (bevoorschotte) vorderingen uit hoofde van de verkoopfacturen van de onderneming waren verpand en dat de vordering uit onverschuldigde betaling daar niet onder viel. De derde heeft het bedrag overgemaakt op een depotrekening. Zowel de factormaatschappij als de curator maakten aanspraak op het bedrag in depot.

Beoordeling reikwijdte pandrecht

Om te bepalen welke vorderingen precies zijn verpand, is de gehanteerde formulering in de financieringsovereenkomst en/of de pandakte van belang. In deze zaak was de verpanding ruim geformuleerd. De vorderingen die werden verpand, waren namelijk omschreven als “Bestaande en/of toekomstige vorderingen van cliënt op Debiteuren en derden in de ruimste zin(…)”. Desondanks hield de Rechtbank bij de beoordeling van deze tekst rekening met de gebruikelijke betekenis van een factoringovereenkomst. Een dergelijke overeenkomst zou doelen op bevoorschotting en overdracht of verpanding van vorderingen op handelsdebiteuren. Volgens de Rechtbank was het aan de factormaatschappij om duidelijk vast te leggen dat de verpanding niet alleen de vorderingen op handelsdebiteuren betrof.

Conclusie

De reikwijdte van de verpanding in een factoringovereenkomst wordt beperkter geïnterpreteerd dan in andere financieringen, zoals een krediet op aflossing of rekening-courantkrediet. Als een ruimere verpanding gewenst is, moet dit expliciet worden geformuleerd in de pandakte.

Inmiddels heeft de pandhouder in deze zaak aangekondigd in hoger beroep te zullen gaan. Wij houden u op de hoogte van het vervolg.

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie