Berichten

Een uitspraak van de rechtbank Amsterdam illustreert het belang van de correcte registratie van een pandakte bij de Belastingdienst. Een dergelijke registratie is één van de twee mogelijke manieren die art. 3:239 lid 1 BW biedt voor de vestiging van een stil pandrecht op vorderingen. De andere manier is het opmaken van een pandakte bij de notaris, de zogenaamde “authentieke akte”.

 

Hoe de registratie in zijn werk gaat, bespraken wij eerder al.

 

Lees meer

In onze vorige blog zetten we de verschillen van een stil en openbaar pandrecht op vorderingen uiteen. Kort gezegd ging het om de volgende verschillen:

Lees meer

Verschil vestiging stil en openbaar pandrecht

De wijze van vestiging van een openbaar of stil pandrecht op een vordering is verschillend. Beide vormen van pandrechten vereisen een pandakte. Daarnaast is voor een openbaar pandrecht vereist dat mededeling van het pandrecht wordt gedaan aan de schuldenaar (art.  3:94 jo. 3:98 en 3:236 BW). Voor een stil pandrecht is vereist dat de akte authentiek is (opgemaakt door een openbaar ambtenaar zoals een notaris, art. 156 Rv) of dat de akte is geregistreerd bij de Belastingdienst (art. 3:94 jo 3:98 en 3:239 BW), waarbij in de praktijk vaak de voorkeur wordt gegeven aan dit laatste. De Hoge Raad heeft in een recent arrest duidelijk gemaakt dat het mogelijk is om beide pandvormen middels één akte te vestigen. Het één hoeft niet per se het ander uit te sluiten. Hierna wordt dit nader toegelicht.

Lees meer

In de praktijk is er vaak discussie over de vraag of bepaalde vorderingen wel of niet verpand zijn. Voor de beoordeling hiervan is de formulering in de pandakte van belang. Lees meer