Berichten

Het is even geleden dat er een relevant arrest met betrekking tot pandrechten op vorderingen is gewezen. Op 1 juli 2022 heeft de Hoge Raad echter weer een mooi arrest gewezen dat we in deze blog zullen bespreken. Leidt een contractuele afspraak, in de vorm van een onoverdraagbaarheidsbeding met goederenrechtelijke werking, altijd tot een verpandingsverbod?

Na mededeling van een pandrecht, kan de debiteur uitsluitend nog bevrijdend betalen aan de pandhouder, zo schrijft art. 3:246 BW voor. Een heldere wettelijke bepaling, zo lijkt het. Maar de praktijk is altijd weerbarstiger dan de theorie. Het komt in de praktijk regelmatig voor dat een debiteur, meestal per ongeluk, tóch nog betaalt aan de […]

Art. 6 lid 3 Fw bepaalt de voorwaarden waaraan een door een schuldeiser aangevraagde faillietverklaring moet voldoen. Allereerst moet voor de rechter, zonder uitgebreid onderzoek, duidelijk zijn dat die schuldeiser zelf een vordering heeft op de schuldenaar. Daarnaast moet duidelijk zijn dat de schuldenaar in een toestand verkeert dat hij is opgehouden met betalen. Daarvoor is minimaal vereist dat sprake is van meerdere schuldeisers, de zogenaamde “pluraliteit”. Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft in een recente uitspraak geoordeeld dat de splitsing van een vordering niet voor pluraliteit zorgt. Het hof sluit daarmee aan bij eerdere uitspraken over dit onderwerp.

 

Lees meer