We zijn inmiddels 4 jaar verder sinds Coface Intergamma, in de praktijk blijven discussies opkomen over verpandingsverboden en de werking ervan.
Berichten
Een assurantiekantoor bemiddelt bij het sluiten van verzekeringsovereenkomsten. Na faillissement verkoopt de curator de assurantieportefeuille aan een derde. De bank meent echter een pandrecht op die assurantieportefeuille te hebben gehad en maakt aanspraak op de opbrengst. Hierdoor rijst de vraag wat een assurantieportefeuille nu precies is en of het mogelijk is hierop een pandrecht te vestigen.
Heeft de pandhouder nog voorrang op de opbrengst van inmiddels verkochte voorraad wanneer hij de curator informeert géén pandrecht op de goederen te hebben, maar deze mededeling later onjuist blijkt te zijn?
Bij de inning van een meervoudig verpande vordering door de eerste pandhouder, heeft de tweede pandhouder recht op het eventuele overschot. Ook indien de pandgever failliet is. Dit is wettelijk bepaald in artikel 3:253 BW jo. artikel 57 lid 4 Fw jo. 490b Rv. Lees meer
Inleiding
In geval van een stil pandrecht op de debiteurenportefeuille van een failliete onderneming, dient de curator de pandhouder gedurende een periode van veertien dagen de gelegenheid te bieden om mededeling van het pandrecht te doen aan de debiteuren (arrest Hamm q.q./ABN Amro, NJ 2010/96). Lees meer
Inleiding
Curatoren zijn steeds inventief in het zoveel mogelijk uitbreiden van het actief in de boedel, vaak ten koste van een pandhouder. Het begon met de reikwijdte van het pandrecht, daarna de ontoelaatbaarheid van de verzamelpandaktes, vervolgens kwamen de verpandingsverboden aan bod en recent bestond nog discussie over de regresrechten uit hoofde van wederzijdse zekerhedenarrangementen. Nu lijkt de “informatieverplichting” van de pandhouder de volgende vondst. Lees meer
Contact
Ceres Legal B.V.
Postbus 1127
4801 BC BREDA
076 – 513 94 81
info@ceres-legal.nl
Nieuwsbrief
Schrijf u in en blijf op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen op het gebied van zekerheden.