Samenloop meerdere hypotheek- en pandhouders en het versterkte pandrecht

, , ,

Eind november kwam de Rechtbank te Rotterdam tot een interessant vonnis. De zaak betrof de verdeling van de opbrengst van de onderhandse verkoop van een huis in een situatie met meerdere hypotheek- en pandhouders.

Opvallend was dat de Rechtbank niet vaststelde wie nu precies recht had op de restopbrengst, maar in plaats daarvan vaststelde wie er in ieder geval géén recht op had. De Rechtbank zou niet anders hebben gekund, omdat niet alle betrokkenen partij waren in de procedure.

De casus is vanwege de verschillende rechtsverhoudingen het beste uiteen te zetten middels een schematische tekening die ik verderop zal toelichten:

Mevrouw X was bestuurder van een stichting genaamd SOG FB.

Daarnaast had mevrouw X alle aandelen in Stout B.V., die weer alle aandelen in De Administratie B.V. had. Deze laatstgenoemde vennootschap verzorgde de administratie van SOG FB.

Op enig moment heeft een andere stichting (SFBO) ruim 1 miljoen euro in tranches geleend aan SOG FB. Ter zekerheid hiervoor heeft mevrouw X het eerste hypotheekrecht op haar woning gevestigd voor SFBO en heeft De Administratie een pandrecht op haar vorderingen aan SFBO verleend. De hypotheek werd slechts gevestigd voor een deel van de lening.

Eén van de vorderingen die De Administratie B.V. aan SFBO verpandde, was een vordering op Stout B.V. Mevrouw X vestigde voor die vordering een tweede hypotheekrecht op haar woning ten behoeve van De Administratie B.V. Verder heeft Stout B.V. een lening verstrekt aan mevrouw X en is daarvoor een derde hypotheekrecht voor Stout B.V. gevestigd.

SOG FB en De Administratie B.V. gaan failliet. SFBO gaat als eerste hypotheekhouder over tot onderhandse verkoop van de woning. Het deel van de lening dat was gedekt door de hypotheek, is hiermee afgelost. Er resteert uit de executie een restopbrengst die SFBO wil behouden ter aflossing van de restschuld.

Stout B.V. maakt als derde hypotheekhouder echter ook aanspraak op de restopbrengst die de notaris in depot onder zich houdt.

De Rechtbank wijst de vordering van Stout B.V. af, omdat De Administratie B.V. het tweede hypotheekrecht heeft, dat hoger in rang is dan het derde hypotheekrecht van Stout B.V. In het midden wordt gelaten aan wie vervolgens de restopbrengst precies toekomt (De Administratie/de curator/SFBO?), maar vastgesteld wordt dat Stout B.V. sowieso geen recht heeft op de restopbrengst, waardoor deze door de notaris aan SFBO kan worden uitbetaald. De Rechtbank merkt in het vonnis expliciet op dat de curator van De Administratie B.V. niet aan dit vonnis gebonden is en derhalve vrij is om SFBO eventueel aan te spreken voor de restopbrengst.

Een separatist kan met andere woorden in rechte geen aanspraak maken op een restopbrengst zolang hij andere separatisten in rang boven zich moet dulden.

Versterkt pandrecht

In de relatie tussen SFBO en de curator van De Administratie B.V. zal SFBO zich kunnen beroepen op het arrest van de Hoge Raad ABN AMRO/Marell. In dit arrest was sprake van een (versterkt) pandrecht op een vordering. Aan deze verpande vordering zelf was ook weer een zekerheid verbonden, namelijk een pandrecht, maar dan op ándere vorderingen. De Hoge Raad oordeelde dat de inningsgerechtigde pandhouder tevens gerechtigd was deze zekerheid uit te winnen nu die aan de verpande vordering verbonden was. De Hoge Raad baseerde zich voor die zaak op het arrest Rabobank/Stormpolder. Daarin had een partij beslag gelegd op een vordering en was die vordering versterkt met een recht van hypotheek. De beslaglegger mocht ook dat recht van hypotheek uitwinnen.

In de zaak die in deze blog wordt besproken, heeft SFBO een versterkt pandrecht op de vordering van De Administratie B.V. op Stout B.V. Aan die vordering is immers de tweede hypotheek (van De Administratie B.V.) verbonden. In het licht van de hiervoor omschreven arresten van de Hoge Raad zou SFBO gerechtigd kunnen zijn tot de restopbrengst van de onderhandse verkoop van het huis. Hiervoor is van belang dat SFBO inningsgerechtigd is. Dit is het geval als de vordering die versterkt is met de tweede hypotheek nog bestaat en het pandrecht aan de debiteur is medegedeeld.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie