Recentelijk oordeelde de rechter in een interessant geschil tussen een curator in het faillissement van een groep ondernemingen (‘EnergiQ’) en een onderneming (‘Parallel’) die stelde dat zij pandrecht had op de debiteurenvorderingen van EnergiQ (ECLI:NL:RBMNE:2015:7272 en ECLI:NL:RBMNE: 2016:4720). De curator stelde dat Parallel onrechtmatig handelde jegens de gezamenlijke schuldeiseres van EnergiQ door het uitwinnen van het pandrecht. De rechter gaf de curator hierin gelijk.
Wederom kwam de Hoge Raad met een arrest in het voordeel van de financieringspraktijk. Lange tijd was onduidelijk of het aanvragen van het faillissement tot de bevoegdheden van de (openbaar) pandhouder behoort.
Eind november kwam de Rechtbank te Rotterdam tot een interessant vonnis. De zaak betrof de verdeling van de opbrengst van de onderhandse verkoop van een huis in een situatie met meerdere hypotheek- en pandhouders.
Bij de inning van een meervoudig verpande vordering door de eerste pandhouder, heeft de tweede pandhouder recht op het eventuele overschot. Ook indien de pandgever failliet is. Dit is wettelijk bepaald in artikel 3:253 BW jo. artikel 57 lid 4 Fw jo. 490b Rv.
Bij de inning van een meervoudig verpande vordering door de eerste pandhouder, heeft de tweede pandhouder recht op het eventuele overschot. Ook indien de pandgever failliet is. Dit is wettelijk bepaald in artikel 3:253 BW jo. artikel 57 lid 4 Fw jo. 490b Rv. Lees meer
In geval van levering van een zaak onder eigendomsvoorbehoud, gaat het eigendom pas over wanneer de koopprijs is voldaan. Is het mogelijk om een dergelijke zaak te verpanden, nog vóórdat deze volledig is betaald? Lees meer
De Hoge Raad heeft onlangs het arrest ECLI:NL:HR:2016:665 gewezen. Dit arrest is erg interessant, omdat hierin meerdere belangrijke onderwerpen aan bod komen, zoals het fiscale bodemvoorrecht, de positie daarvan ten opzichte van boedelvorderingen en het pandrecht voor toekomstige vorderingen (die na faillissement ontstaan). Lees meer
Onderhanden werk
Onderhanden werk wordt in deze blog gedefinieerd als werk dat reeds is verricht, maar nog niet is gefactureerd. Hiervan is vaak sprake in geval van faillissement. Wanneer de vorderingen van een onderneming zijn verpand, rijst de vraag in hoeverre ten aanzien van het onderhanden werk in faillissement sprake is van een (verpande) vordering.
Inleiding
Een faillissement kan desastreuze gevolgen hebben voor direct betrokkenen, zoals werknemers, schuldeisers en kredietverstrekkers. Het is dan ook uitermate schokkend als sprake blijkt te zijn van faillissementsfraude. Uit onderzoek van het CBS is gebleken dat in ongeveer de helft van alle faillissementen sprake is van onregelmatigheden, zoals faillissementsfraude of onbehoorlijk bestuur. Dit leidt tot grote maatschappelijke schade: consumenten verliezen hun vertrouwen in de economie, de concurrentieverhoudingen worden verstoord en er is grote financiële schade bij benadeelde partijen. Lees meer
Inleiding
In geval van een stil pandrecht op de debiteurenportefeuille van een failliete onderneming, dient de curator de pandhouder gedurende een periode van veertien dagen de gelegenheid te bieden om mededeling van het pandrecht te doen aan de debiteuren (arrest Hamm q.q./ABN Amro, NJ 2010/96). Lees meer
Contact
Ceres Legal B.V.
Postbus 1127
4801 BC BREDA
076 – 513 94 81
info@ceres-legal.nl
Nieuwsbrief
Schrijf u in en blijf op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen op het gebied van zekerheden.