Artikelen door Alexandra van der Velde

,

Splitsing van een vordering zorgt niet voor pluraliteit

Art. 6 lid 3 Fw bepaalt de voorwaarden waaraan een door een schuldeiser aangevraagde faillietverklaring moet voldoen. Allereerst moet voor de rechter, zonder uitgebreid onderzoek, duidelijk zijn dat die schuldeiser zelf een vordering heeft op de schuldenaar. Daarnaast moet duidelijk zijn dat de schuldenaar in een toestand verkeert dat hij is opgehouden met betalen. Daarvoor […]

,

Milieuverplichtingen in faillissement

De curator van een failliet bedrijf is na zijn aanstelling verantwoordelijk voor de naleving van milieuvoorschriften. Wanneer die milieuvoorschriften vóór de faillietverklaring zijn overtreden, kunnen daardoor ná de faillietverklaring verplichtingen ontstaan. De Hoge Raad heeft onlangs een interessante uitspraak gedaan over deze milieuverplichtingen in faillissement. Daarbij stond de vraag centraal of schulden die door die […]

, , ,

Rangwijziging en inningsbevoegdheid bij pandrechten

De Hoge Raad heeft onlangs een interessante uitspraak gedaan over de rangwijziging en inningsbevoegdheid bij pandrechten. Lange tijd was onduidelijk of verschillende pandhouders op hetzelfde goed onderling kunnen afspreken welk pandrecht de hoogste rang heeft. De discussie over die zogenaamde rangwijziging is met deze uitspraak naar de geschiedenisboeken verwezen. Daarnaast komt de Hoge Raad terug […]

, ,

De voorwaarden van een bankgarantie: let op de formulering!

De bankgarantie is een contractuele vorm van zekerheid. In een standaardsituatie zijn daar drie partijen bij betrokken: de hoofdschuldenaar, de schuldeiser en de bank. De hoofdschuldenaar spreekt met de bank af dat zij onder bepaalde voorwaarden een maximumbedrag aan de schuldeiser betaalt. Als aan de gestelde voorwaarden is voldaan, is de bank ook verplicht om […]

,

Verrekening als verweer: een handige truc, maar let wel op!

Art. 6:127 lid 2 BW bepaalt wanneer de bevoegdheid tot verrekening bestaat. Art. 6:136 BW voorziet in de situatie dat bij de rechter als verweer tegen een vordering een beroep op verrekening met een eigen vordering wordt gedaan. Je hoeft dan geen reconventionele vordering in te stellen en voorkomt hogere proceskosten, maar het heeft ook […]

,

De bepaaldheid van te verpanden goederen

Uit art. 3:84 lid 2 BW, in verbinding met art. 3:98 BW, volgt de eis dat een pandakte ten tijde van de verpanding de te verpanden goederen in voldoende mate bepaalt. De Hoge Raad heeft vorig jaar beoordeeld of bij het pandrecht van een bank (ING) aan deze bepaaldheidseis was voldaan. Het te verpanden goed […]

,

Verkoop verpande goederen in zicht van faillissement; bestuurders aansprakelijk

Verkoop verpande goederen onrechtmatig? In onze praktijk zien wij regelmatig dat ondernemingen bij een naderend faillissement rare sprongen maken. In deze blog bespreken wij een zaak bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin een onderneming de aan ING verpande goederen heeft verkocht om schuldeisers te kunnen voldoen. Alle schuldeisers behalve de ING. Dergelijk handelen kan worden aangemerkt […]

,

Registratie van een pandakte bij de Belastingdienst

Een uitspraak van de rechtbank Amsterdam illustreert het belang van de correcte registratie van een pandakte bij de Belastingdienst. Een dergelijke registratie is één van de twee mogelijke manieren die art. 3:239 lid 1 BW biedt voor de vestiging van een stil pandrecht op vorderingen. De andere manier is het opmaken van een pandakte bij […]