Verdwijnen rechtspersoon niet fataal voor beslaglegger

Conservatoir beslag
In Nederland is het mogelijk om als eisende partij beslag te leggen op vermogensbestanddelen van de tegenpartij, nog vóórdat de procedure is gestart.

Hiermee worden de verhaalsmogelijkheden voor de eisende partij zeker gesteld en loopt deze niet het risico dat het vermogensbestanddeel gedurende de procedure verdwijnt. Dit is conservatoir beslag. Een dergelijk beslag is onderworpen aan allerlei procedurele regels. Zo is vooraf een verlof van de voorzieningenrechter vereist en dient de hoofdzaak (de procedure waarin de kwestie inhoudelijk door de rechter wordt beoordeeld) binnen een korte termijn aanhangig te worden gemaakt. Wanneer in de hoofdzaak vonnis is gewezen en dit vonnis wordt betekend, wordt het beslag van rechtswege omgezet naar een executoriaal beslag en kan de schuldeiser zich daadwerkelijk op het vermogensbestanddeel verhalen door deze uit te winnen. Indien de hoofdzaak niet binnen de daarvoor gestelde termijn aanhangig wordt gemaakt, vervalt het conservatoir beslag van rechtswege.

Wat te doen wanneer de tegenpartij ophoudt te bestaan, nadat conservatoir beslag is gelegd, maar voordat je de hoofdzaak aanhangig hebt kunnen maken?

Hoge Raad 13 november 2015, ECLI:HR:2015:3299
Een dergelijke zaak deed zich onlangs voor bij de Hoge Raad. Er was conservatoir beslag gelegd op vermogensbestanddelen van een Russische – failliete – vennootschap, Yukos Oil, onder meer op de aandelen van die vennootschap in een Nederlandse dochtervennootschap, Yukos Finance B.V. Nadat dit beslag was gelegd, zijn de betreffende aandelen toch verkocht aan een andere partij, Promneftstroy. Vervolgens is het faillissement van Yukos Oil in Rusland geëindigd, waardoor Yukos Oil is opgehouden te bestaan, vóórdat de hoofdzaak tegen Yukos Oil aanhangig was gemaakt.

De Hoge Raad oordeelt dat een overdracht in weerwil van een beslag slechts tot gevolg heeft dat de beslaglegger de overdracht mag negeren. Hierdoor kan hij nog steeds verhaal nemen op de goederen waarop het beslag rust. Daarvoor is wel vereist dat de eis in de hoofdzaak wordt ingesteld en dat die eis wordt toegewezen. Nu Yukos Oil heeft opgehouden te bestaan, heeft de beslaglegger geen wederpartij tegen wie hij de eis in de hoofdzaak kan instellen.

In deze zaak accepteert de Hoge Raad echter dat de eis in de hoofdzaak kan worden ingesteld tegen de verkrijger van de aandelen waarop conservatoir beslag rust, aangezien de verkrijger in dit geval de enig overgebleven belanghebbende is met betrekking tot de goederen en de vraag of de vorderingen waarvoor beslag is gelegd toewijsbaar zijn.

Conclusie
Het begrip ‘hoofdzaak’ uit art. 700 lid 3 Rv wordt door de Hoge Raad in deze zaak breed uitgelegd, waardoor het – onder bepaalde omstandigheden – mogelijk is om de eis in de hoofdzaak in te stellen tegen een andere partij dan de oorspronkelijke tegenpartij. Hierdoor behoudt de beslaglegger zijn zekerheid tot verhaal.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie