HR: verruiming bevoegdheden pandhouder. Pandhouder mag door pandgever verkregen eigen zekerheden ook uitwinnen.

,

Herverpanding
De wet kent een verbod op herverpanding. Dit verbod houdt in dat een pandhouder zelf niet opnieuw mag herverpanden, tenzij deze bevoegdheid hem duidelijk is toegekend. In geval van een pandrecht op een vordering zou herverpanding op het volgende kunnen neerkomen:

A heeft een vordering op B. Ter zekerheid van deze vordering krijgt A een pandrecht op de vorderingen van B op derden. A leent vervolgens zelf geld bij C. Ter zekerheid van terugbetaling van die lening verschaft A een pandrecht aan C op dezelfde vorderingen van B op derden (die A in pand heeft).

ECLI:NL:HR:2015:3619
De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld dat het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch in een bepaalde zaak onterecht de conclusie had getrokken dat sprake was van herverpanding.

In deze zaak had de ABN AMRO Bank een pandrecht op alle vorderingen van Pegas. Eén van deze vorderingen was op Marell. Deze vordering op Marell was zelf ook bezwaard met een pandrecht. Ter zekerheid van betaling door Marell had Pegas een pandrecht gekregen op alle vorderingen van Marell. De bank had besloten om tot uitwinning van haar zekerheden over te gaan, waaronder het innen van de uitstaande vorderingen van Pegas. In eerste instantie had de bank Marell zelf verzocht om tot betaling van het door haar verschuldigde bedrag over te gaan. Toen betaling uitbleef, heeft de bank besloten om het pandrecht van Pegas uit te winnen door de debiteuren van Marell te verzoeken om hetgeen zij aan Marell verschuldigd waren, aan haar te betalen.

Het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch had geoordeeld dat de bank de vorderingen van Marell niet mocht innen, omdat sprake zou zijn van herverpanding, waartoe geen bevoegdheid zou zijn verleend. Het Hof ging er daarbij van uit dat Pegas ‘de aan haar verpande vorderingen van Marell’ had herverpand aan de bank.

De Hoge Raad oordeelde dat geen sprake was van herverpanding, omdat het niet zo was dat Pegas ‘de aan haar verpande vorderingen van Marell’ aan de bank had verpand. Pegas had slechts haar eigen vorderingen (waaronder die op Marell) verpand. Aan de vordering van Marell was weliswaar een pandrecht verbonden, maar dit betekent niet dat de aan Pegas verpande vorderingen van Marell door Pegas zijn herverpand.

Voorts oordeelde de Hoge Raad dat de pandhouder die inningsbevoegd is (in deze zaak is dat de bank), tevens gerechtigd is de aan die vordering verbonden zekerheidsrechten uit te winnen. De bank is dus als inningsbevoegde pandhouder tevens bevoegd de vorderingen van Marell uit te winnen.

Conclusie
Wanneer een pandhouder bevoegd is zijn pandrecht op vorderingen te innen, is hij tevens bevoegd de aan deze vorderingen verbonden zekerheidsrechten (zoals pandrechten) uit te winnen.

Ceres Legal
De positie in deze zaak is door Ceres Legal BV ingenomen en wordt thans door de Hoge Raad gesanctioneerd. Ceres Legal waardeert en incasseert voor banken en kredietinstellingen volledige verpande debiteurenportefeuilles. Wij maken het verschil doordat bij ons oud-advocaten verantwoordelijk dossierbehandelaars zijn, hetgeen leidt tot nieuwe juridische vondsten, meeropbrengsten en al jarenlang de hoogste resultaten in de markt.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie