De Hoge Raad heeft onlangs een interessante uitspraak gedaan over de rangwijziging en inningsbevoegdheid bij pandrechten. Lange tijd was onduidelijk of verschillende pandhouders op hetzelfde goed onderling kunnen afspreken welk pandrecht de hoogste rang heeft. De discussie over die zogenaamde rangwijziging is met deze uitspraak naar de geschiedenisboeken verwezen. Daarnaast komt de Hoge Raad terug op een eerdere uitspraak over hoe ver de inningsbevoegdheid van de pandhouder gaat.

Lees meer

De termijnstelling: artikel 37 Fw

Op 2 december 2016 oordeelde de Hoge Raad over de reikwijdte van artikel 37 Fw (ECLI:NL:HR:2016:2729). Artikel 37 Fw beschermt de wederpartij van een gefailleerde tegen de situatie dat hij zijn deel van de overeenkomst nakomt, terwijl hij geen zekerheid heeft dat de curator van gefailleerde eveneens zal presteren.

Lees meer

Bij het innen van een verpande vordering, kan de pandhouder geconfronteerd worden met een andere schuldeiser die beslag heeft gelegd op de vordering. Dan rijst de vraag wie voorrang heeft om zich op de vordering te verhalen en wie bevoegd is de vordering te innen.

Lees meer

Eind november kwam de Rechtbank te Rotterdam tot een interessant vonnis. De zaak betrof de verdeling van de opbrengst van de onderhandse verkoop van een huis in een situatie met meerdere hypotheek- en pandhouders.

Lees meer

Bij de inning van een meervoudig verpande vordering door de eerste pandhouder, heeft de tweede pandhouder recht op het eventuele overschot. Ook indien de pandgever failliet is. Dit is wettelijk bepaald in artikel 3:253 BW jo. artikel 57 lid 4 Fw jo. 490b Rv.

 

Lees meer

Op een vordering kunnen meerdere pandrechten rusten. De rangorde wordt dan bepaald door het moment waarop de pandrechten zijn gevestigd: een ouder pandrecht gaat vóór een later gevestigd pandrecht[1]. De meervoudige verpanding kent bij de uitwinning een aantal aandachtspunten voor de pandhouders.

Lees meer